Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Nu dan, [36]vervloekt zijt gijlieden! en onder ulieden zullen niet [37]afgesneden worden knechten, noch houthouwers, noch waterputters ten [38]huize mijns Gods. 36. Versta door dezen vloek, een tijdelijk armen, ellendigen staat, gelijk in het volgende verklaard wordt. 37. Dat is, niet ophouden maar altijd in uw geslachten en bij uw nakomelingen slaven blijven. 38. Dat is, in den tabernakel, en daarna in den tempel, ja tot dienst der ganse gemeente, vs.21.